Cognitieve biases en denkfouten: hoe je brein je soms voor de gek houdt
Ons brein is een krachtig instrument, maar het is niet altijd objectief. Soms neemt het shortcuts, vuurt het automatische aannames af of vervormt het de werkelijkheid op manieren die we niet doorhebben. Deze automatische denkpatronen noemen we cognitieve biases. Ze zijn evolutionair nuttig geweest, want ze helpen ons snel beslissingen te nemen, maar in de moderne wereld kunnen ze leiden tot verkeerde inschattingen, stress of onzekerheid.
Voorbeelden van veelvoorkomende biases zijn:
Bevestigingsbias: Je zoekt informatie die je bestaande overtuigingen ondersteunt en negeert tegengestelde signalen.
Negativiteitsbias: Negatieve ervaringen krijgen meer aandacht en impact dan positieve, waardoor je situaties vaak somberder inschat dan ze zijn.
Overgeneralisatie: Eén negatieve ervaring leidt ertoe dat je alles in dezelfde context negatief beoordeelt.
Zwart-wit denken: Dingen worden gezien als alles-of-niets, zonder ruimte voor nuances of middenweg.
Deze denkfouten kunnen subtiel zijn. Zo kan een gesprek met een vriend ineens voelen als een oordeel over jou, of lijkt een fout op werk groter dan het in werkelijkheid is. Vaak merk je het niet eens, het voelt ‘echt’.
Het begrijpen van deze biases helpt om een stap terug te doen en situaties objectiever te bekijken. Het betekent niet dat je meteen alle automatische gedachten kunt stoppen, maar dat je ze leert herkennen en ruimte creëert voor andere perspectieven. Bij Pyffective is hier ruimte voor.